Staatssecretaris Tielen van Jeugd, Preventie en Sport heeft in een brief aan de Tweede Kamer haar plannen gepresenteerd voor een toekomstbestendige sportinfrastructuur én ruimte voor sport en bewegen. Tielen wil ten eerste zorgen voor voldoende ruimte waar gesport en bewogen kan worden. Hierbij gaat het niet alleen om voldoende sportaccommodaties, maar bijvoorbeeld ook om fiets- en wandelpaden en buitenspeelplekken. Plekken in de directe leefomgeving die het eenvoudig en aantrekkelijk maken om te bewegen. Het tweede doel waar de staatssecretaris op inzet is het toekomstbestendig maken van de sportinfrastructuur, op het gebied van verduurzaming, toegankelijkheid en exploitatie van zowel breedte- als topsportaccommodaties.
Om de plannen uit te voeren is het nodig om de financiële middelen vanuit het Rijk zo efficiënt mogelijk in te zetten. Met de huidige instrumenten worden middelen generiek verdeeld en worden doelen als toegankelijkheid en multifunctionaliteit maar beperkt gestimuleerd. Deze generieke verdeling leidt niet noodzakelijkerwijs tot een infrastructuur die bestand is tegen veranderingen van de toekomst, aldus Tielen.
De staatssecretaris wil de financiële ondersteuning in de toekomst daarom zodanig inrichten dat deze aansluit bij de regionale opgaven en lokale planvorming. Daarbij wil ze zowel de inrichting van de huidige instrumenten als het opzetten van mogelijke nieuwe instrumenten betrekken.
Voortzetting huidige instrumenten in 2026
In 2026 worden de Regeling specifieke uitkering stimulering sport 2024-2025 (SPUK-SPORT) en de Subsidieregeling BOSA voortgezet. Dat betekent dat er een nieuwe SPUK-SPORT opgesteld zal worden voor volgend jaar. Ook zal de BOSA zodanig gewijzigd worden dat energiebesparingsmaatregelen vanaf 2026 niet meer subsidiabel zijn. Dit heeft te maken met de verruiming van de Subsidieregeling duurzaam maatschappelijk vastgoed 2025 (DUMAVA 25) voor de amateursport. Een extra klap voor verenigingen die een nieuw, duurzaam clubgebouw willen realiseren. Bij het opstellen van een wijzigingsregeling van de BOSA zal ook breder worden bekeken of de subsidiabele activiteiten van de regeling nog aansluiten bij de behoefte vanuit de sportsector en de strekking van de regeling. Wat dat betekent, moeten we nog afwachten.
Nieuw instrument vanaf 2027: Integrale Huisvestingsplannen (IHP) Sport en Bewegen
Tielen zet erop in dat er vanaf 2027 een passend (financieel) instrument is om gemeenten te ondersteunen bij het uitvoeren van de strategische planvorming in de vorm van een IHP Sport en Bewegen. Dit moet een instrument zijn dat middelen gericht verdeelt over gemeenten. Door financiële ondersteuning gericht vorm te geven kunnen middelen doelmatiger worden ingezet en meer recht doen aan de diversiteit binnen de sportinfrastructuur.
Met dit instrument moeten gemeenten ook ondersteund worden bij het opstellen van een IHP Sport en Bewegen. Voor dit instrument wil de staatssecretaris de middelen aanwenden die op dit moment gereserveerd staan voor de SPUK-Sport. Over de vormgeving van dit instrument is Tielen momenteel in gesprek met andere departementen.
Nieuw instrument vanaf 2027: Revolverend fonds
De Tweede Kamer heeft al meerdere keren gevraagd om onderzoek te doen naar de mogelijkheid en wenselijkheid van het uitwerken van een revolverend fonds. Met zo'n instrument kunnen clubs voordelige leningen afsluiten voor investeringen in hun sportaccommodaties.
Een dergelijk fonds betekent een wezenlijk andere manier van financiering van de sportinfrastructuur. Middelen vloeien bij een revolverend fonds namelijk niet weg en kunnen herhaaldelijk en blijvend ingezet worden ter ondersteuning van investeringen in de sportinfrastructuur. Een revolverend fonds biedt aantrekkelijke voorwaarden voor sportclubs om geld te lenen, terwijl dit bij subsidiëring niet het geval is.
Tielen is daarom aan het verkennen of er met een revolverend fonds voor méér sportclubs een impuls kan worden bewerkstelligd dan met de huidige BOSA-subsidie. Op basis van deze verkenning kan in beeld gebracht worden hoe een dergelijk fonds vanaf 2027 zou kunnen worden ingericht. Hierover is de staatssecretaris in gesprek met de de Stichting Waarborgfonds Sport (SWS) en de Stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten (SVN).
Uit de eerste gesprekken blijkt dat aansluiting bij een al bestaand fonds één van de mogelijkheden is. Het voordeel daarvan is dat er geen opstartkosten gemaakt hoeven te worden voor een nieuw fonds. Ook is het mogelijk om de uitgaven binnen een bestaand fonds specifiek voor sportdoeleinden af te bakenen. SVN zal een aantal scenario's uitwerken voor verschillende budgetniveaus. Daarbij zal ook verkend worden of en hoe hiervoor middelen vanuit de kapitaalmarkt aangetrokken zouden kunnen worden. Met behulp van deze scenario's kan worden bepaald of en in hoeverre het gebruik van een revolverend fonds een bijdrage kan leveren aan investeringen in de sportinfrastructuur.
Meer informatie
Kijk voor meer informatie op: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2025/10/31/kamerbrief-over-beleidsplan-toekomstbestendige-sportinfrastructuur-en-ruimte-voor-sport-en-bewegen
Delen